De jonge student Chen Zhen vertrekt in 1969 vanuit Beijng naar Binnen-Mongolië om daar een nomadenstam te onderwijzen. Bilig, het hoofd van de nomadenstam, leert hem om de harmonie tussen mens, dier en natuur te respecteren. Chen Zhen vangt in het geheim een wolvenwelp om het beter te leren kennen.