De koningen en koninginnen van Narnia keren terug naar hun koninkrijk waar ze tot de ontdekking komen dat er al meer dan 1300 Narnia-jaren zijn verstreken. Tijdens hun afwezigheid is Narnia veroverd door de Telmarijnen en is nu bezet door koning Miraz, die het land regeert zonder genade. De vier broers en zussen ontmoeten al snel een nieuw intrigerend personage: Narnia's ware erfgenaam: de jonge Prins Caspian. De prins wordt gedwongen zich schuil te houden voor zijn oom Miraz, die hem wil vermoorden om zo zijn eigen zoon op de troon te plaatsen. Ze moeten de leeuw Aslan zien te vinden om Narnia te redden uit de klauwen van Miraz.