De achtjarige Bruno, het zoontje van een nazicommandant, verhuist met zijn familie naar een plek waar niets te doen is en niemand is om mee te spelen. Tijdens zijn ontdekkingstocht komt hij bij het nabij gelegen concentratiekamp. Een verboden vriendschap ontstaat tussen Bruno en de Joodse Shmuel, die gevang zit in het kamp. De twee zijn fysiek van elkaar gescheiden door een hek van prikkeldraad, maar hun vriendschap groeit en blijft niet zonder gevolgen.