Eind negentiende eeuw komt weduwe Sarah met haar eenjarige dochtertje en een tweejarig jongetje op een onbewoond eiland terecht. Ondanks alle ontberingen geeft ze onderwijs aan de kinderen met in haar achterhoofd het idee dat ze ooit weer terug zullen keren naar de bewoonde wereld. De jonge peuters groeien op tot levendige kinderen, maar dan sterft Sarah aan een longontsteking. De kinderen zijn op elkaar aangewezen en raken in de puberteit verliefd op elkaar. Hun leven verandert enorm als er plotseling een schip het eiland aandoet.