De kleine rover Raaf heeft een grote mond en haalt allerlei kattenkwaad uit. Hij woont met zijn vrienden in het grote bos. Op een dag is hij aan het spelen aan de rand van het bos en beschadigt hij de stuwdam. Hierdoor dreigt het hele bos onder water te lopen. Raaf gaat met zijn vrienden op zoek naar de bevers, want zij zijn de enige die hem kunnen helpen het bos te redden.