Johan is een wereldvreemde en zwijgzame bakker, die na zijn werk graag naar de bij het dorp gelegen rivier gaat om er torens van kiezelsteen te bouwen. Hij is ergens in de dertig, maar woont nog bij zijn moeder. In het oer-Hollandse dorpje is het doodstil. De bus komt maar één keer per dag om half een, en iedereen weet alles van elkaar. Ondanks zijn beminnelijk karakter heeft er nog geen vrouw naar Johan omgekeken. Geholpen door een van zijn knechten begint hij een briefwisseling met een vrouw in het buitenland. Op een dag stapt een knappe vrouw uit de bus met koffers. Is zij Johans correspondentievriendin?