Frankrijk, begin negentiende eeuw. Een koopman gaat failliet als zijn schepen vergaan. Noodgedwongen trekt hij met zijn zes kinderen naar het platteland. Op het magische landgoed van het Beest plukt de koopman een roos, maar hij wordt betrapt en ter dood veroordeeld. Belle, zijn jongste dochter, besluit de plaats van haar vader in te nemen en gaat naar het kasteel. Het Beest ziet in Belle aangenaam gezelschap en laat haar in leven. Hij wil iedere avond met haar dineren en Belle begint in te zien dat er geen monster schuilt in het Beest. In haar dromen ziet ze hoe hij ooit een knappe prins was. Lukt het haar om het Beest te ontdoen van zijn vloek en ware liefde te vinden?