De cabaretière Astrid en haar manager zijn privé een stel en verwachten hun tweede kind. In de vierde maand van de zwangerschap horen ze dat hun baby het syndroom van Down heeft en besluiten het kind te behouden. Een paar weken later blijkt dat de foetus een lastig te opereren hartafwijking heeft en door de druk van deze problemen dreigt hun relatie bijna ten onder te gaan.